De kikkers (2)
Vandaag laat ik het Colosseum wel heel ver achter me: naar aanleiding van mijn vorige blog, waarin ik jullie een tipje van de sluier oplichtte over het plezier van het vak Latijn, schrijf ik vandaag op aanvraag over het oud-Grieks. De link met Rome is zo gelegd, want enkele van de verhalen die ik eerder noemde, komen uit de Griekse mythologie. Daarnaast lieten de Romeinen zich als geen ander inspireren door de vindingrijke Grieken. De Grieken, die voor natuurlijke fenomenen waarvoor zij geen wetenschappelijke bewijzen hadden fantasierijke oplossingen aanvoerden: onweert het, dan slingert Zeus zijn bliksemschichten naar de aarde. Gedraag je je anders na het drinken van een glas wijn, dan ben je bezeten door de god Dionysos.
Ken je het Griekse alfabet niet, dan is het moeilijk voor te stellen dat veel van onze dagelijkse woorden direct uit het oud-Grieks komen. Je kunt deze ‘vreemde’ letters echter makkelijk omzetten naar ons eigen alfabet en met een beetje moeite, kun je zelfs enkele Griekse letters herkennen. Probeer het maar eens met simpele woorden als ‘school’ (van σχολή (scholè), dat vroeger ‘vrije tijd’ betekende) of ‘taxi’ (van ταξίς (taxis), betaling).
Na kennisneming van het oud-Grieks vermijd je bovendien gênante situaties zoals die waarin het personage van Hugh Grant zich in een komische film bevindt: als rijk zakenman slaat hij een modderfiguur als hij het heeft over de nieuwe afdeling pediatrie in een ziekenhuis. Hij zegt namelijk ‘dat hij voeten heel belangrijk vindt’, maar hij verwart hier het Griekse pais, paidis (kind) met het Latijnse pes, pedis (voet). Noch zul je tot die groep mensen behoren die niet begrijpt dat de homo sapiens niet op mannen viel: homo betekent in het Latijn immers gewoon ‘mens’. Dit Latijnse zelfstandig naamwoord wordt echter nogal eens verwisseld met het Griekse bijvoeglijk naamwoord homos (dezelfde), vanwaar woorden als ‘homoseksueel’ (gericht op seksuele omgang met personen van hetzelfde geslacht) zijn ontstaan.
‘Moeilijke’ woorden blijken dus ineens niet zo moeilijk meer. En wie daarnaast ook nog eens kennis van mythologie heeft, kan tot grote hoogten stijgen: denk aan de sportfabrikant die zijn merk naar Nikè vernoemt, de godin van de overwinning. En ja inderdaad, dat vinkje onder de naam refereert aan de vleugels der overwinning, waarmee deze dame vaak wordt afgebeeld.
Sophie, Arianne, Christine, Zoë, Irene en Daphne, jullie met je Griekse namen zitten natuurlijk te giechelen bij deze wederom haast ludieke poging van mij om anderen in een aantal paragrafen van de schoonheid van het oud-Grieks te laten nippen. En natuurlijk weten Philip, Steven, André, Niek, Sjors en Alexander precies waarover ik het heb. Maar Grieks is niet alleen maar mythologie en etymologie. Het gaat ook over geschiedenis, denkwijzen, inspiratie.
Onlangs ontmoette ik bij toeval een zeer getalenteerd schrijver, bekend bij het grote Nederlandse publiek vanwege meerdere bekroonde werken. En laat deze meneer nou gepromoveerd grecus zijn.
Wie weet waar hij zijn ideeën vandaan haalt. Misschien wel uit de tragedies van Sophocles. Of uit de komedies van Aristophanes. Die in het ene stuk schrijft over kikkers die in de onderwereld jureren in een schrijfwedstrijd. En in het andere over vrouwen die in seksstaking gaan, in de hoop dat hun mannen op die manier geen oorlog meer zullen voeren. Een vredesplan dat ook in onze tijd misschien niet eens zo’n slecht idee zou zijn.

Zojuist je nieuwe ‘post’ op het ‘Colosseum voorbij’ gelezen. Wat ontzettend leuk qua inhoud, maar vooral ook uitstekend geschreven, met luchtige pen, zoals Couperus en mijn leermeester Bastet dat ook zo goed konden. Ontvang dus mijn welgemeende complimenten.
Ik wens je veel inspiratie toe bij je schrijven (nulla dies sine linea, was het motto van Zola) en hoop ook dat het verder goed met je gaat.