Een ritje met de tram

De mensen

Een vrouw met een bordeauxrode sjaal en gouden oorbellen plukt in gedachten verzonken aan haar vingertoploze handschoenen. Ze is klein en tenger, met een enigszins gekleurde huid en zwart haar. Zou ze uit de Filippijnen komen of is ze Vietnamese? Tegenover haar zit een dame te praten, oordopjes piepen onder haar hoofdband uit. Ze belt handsfree, maar houdt haar telefoon zo dicht mogelijk bij haar mond: het zal de macht der gewoonte zijn.

We komen langs de halte voor het ziekenhuis. De telefonerende vrouw kruist haar benen en wiebelt wat op haar stoel, zodra de mensen binnenkomen. Wie weet komen ze net van een zwaar ziekenbezoek. Of misschien hebben ze wel prettig nieuws te horen gekregen bij het ophalen van hun labresultaten. Verdriet noch opluchting zijn van hun gezichten af te lezen. Met neutrale blik laten de ziekenhuisgangers zich naadloos opnemen in de massa van de andere reizigers.

Even verderop staat een meneer uit het raam te turen. Eind vijftig is hij wellicht, maar je ziet aan zijn gelaatstrekken dat hij ooit een knappe vent was; het is nog steeds prettig om naar hem te kijken. Met zijn brede kaaklijn en dik, golvend haar, inmiddels doorweven met grijze tinten. Hij zet zijn paraplu voor zich neer en leunt er licht op. Het handvat heeft de vorm van een geweerkolf. Een luguber gezicht: het bruine hout en de zwarte trekker waarmee het regenscherm open kan schieten. De punt, die op de natte tramvloer steunt, is de loop van het nepgeschut. Hoe bedenken ze het.

Bij het station wordt het pas echt druk. Een meisje trekt een koffertje achter zich aan en zoekt een plek om te staan. Ze vindt een klein stukje vrije vloer naast een jongen die in zijn neus zit te peuteren. Haar reiskleding bestaat uit een rok met hoge laarzen, die er overigens nog aardig comfortabel uit zien. Wat een pech heeft ze, dat ze Rome tijdens haar vakantieweekend in de regen aantreft… Het grijzen, vilten hoedje dat ze op heeft, maakt haar ouder dan ze is.

Iemand staat op om plaats te maken voor een oudere mevrouw. Dat is nou nog eens een klassieke, Italiaanse schoonheid. Ze heeft zich elegant opgemaakt: rode lippen en licht aangezette ogen. Waarschijnlijk is het dure make-up, geen kloddertjes of onnatuurlijke strepen te zien. Heel wat anders dan wat de matronae van antiek Rome gewend waren, die om zich op te doffen ook wel een pastaatje van gebakken mieren gebruikten.

Wat kenmerkt deze Romeinse nog meer? Ze leest een glossy tijdschrift dat één euro kost. Aan haar arm draagt ze een tas van Louis Vuitton. Sjiek als deze is, niet alles past erin: daarom heeft ze er nog een linnen tas bij. Een muts bedekt haar voorhoofd, tot de elegante Sophia-Lorenachtige bril die haar helpt lezen. Ze beweegt zich en haalt iets tevoorschijn. Het lijkt op een pillendoosje en ze stopt een wit tabletje in haar mond. Of zou het gewoon een tic-tacje zijn?

Zomaar een tramhalte
Een tramhalte in Rome

Leave a comment

Create a free website or blog at WordPress.com.

Up ↑