De balans
Ruim 2.370 dagen, 338 weken, 78 maanden en precies 6,5 jaar zijn verstreken sinds ik op Ferragosto van het jaar 2008 naar Rome kwam. Geen geijkte cijfers om iets bij te vieren, maar voor mijzelf een moment om de balans op te maken.
Ik was 25 en ik ging op avontuur. Aangestoken door de reisreclames om me heen en door de zovele jonge mensen die hun biezen pakten. Inmiddels ben ik geen pas afgestudeerd meisje meer. Ik ben een vrouw geworden en Rome heeft daarbij geholpen. Nog ongetrouwd en zonder kinderen. Ik hou ervan om keihard een liedje te zingen midden op straat en het elfjarige meisje, op wie ik dagelijks pas, licht gegeneerd maar vermakelijk glimlachend om zich heen te zien kijken. Volwassen worden kan ook op andere manieren. Ik heb, in een land waar vriendjespolitiek bovengemiddeld hoogtij voert, het merendeel van mijn banen zonder contacten gevonden. Ik heb geleerd dat je met mooie diploma’s op zak een miezerig loon moet accepteren. Maar ik bouw geen pensioen op en ik verstop mijn in contanten uitbetaalde geld in een envelop in de klerenkast.
Ik wilde zo graag van alles wat het leven me bood genieten, dat ik jarenlang soms wel drie banen tegelijk had. En soms vielen die ook allemaal op dezelfde dag. Van hot naar her rende ik. In sommige periodes wel zeven dagen per week. Had ik twee uurtjes vrij, dan plande ik die vol met sociale afspraken. Ik reisde soms wel drie uur om ergens één uur les te geven. Dat doe ik allemaal niet meer. Ik wacht nog steeds op die klapper van een baan die mij financiële zekerheid zal geven. Maar werkdruk ken ik niet. Noch benauwende deadlines of competitieve collega’s. Ik heb lange tijd zonder agenda geleefd en ik heb nog steeds geen horloge. De meeste van mijn vrienden hier zijn ook zo. ‘Borreltje doen zo meteen?’ ‘Is goed, ik kom eraan.’
Dit is een volkomen willekeurige opsomming van dingen die bij me opkomen, als ik die 2.370 dagen, 338 weken, 78 maanden en precies 6,5 jaar vluchtig probeer na te gaan in mijn geheugen, zomaar wat gedachtegangen. Het feit dat ik na al die tijd bovendien nog steeds aan het schrijven ben over de Italiaanse wereld om mij heen, geeft aan dat ik op de bewoners ook nog lang niet uitgekeken ben. Ik heb daarbij geleerd dat je moet uitkijken om te generaliseren. Soms gebeurt iets gewoon, zonder dat je daarover conclusies moet trekken die hele beroeps- of bevolkingsgroepen in hokjes plaatsen. Zoals die dame die bij het zwembad werkt en je aan de telefoon niet de openingstijden kan doorgeven: ‘Mevrouw, u hebt er geen idee van hoe druk ik het heb. Het is hier een gekkenhuis.’ ‘Maar ik wil alleen maar weten tot hoe laat het zwembad geopend is.’ <Zucht> ‘Komt u toch langs, dan help ik u’. Zeker, als je dan ook nog eens te woord wordt gestaan door een verkoper die zijn nagels zit te knippen aan de kassa, dan krab je je nogmaals op je hoofd. Of die keer dat je voor een zebrapad stopt om een dame over te laten steken. ‘Wat doet u nu?’ ‘Ik geef u voorrang’. ‘Brava!’
Het maakt eigenlijk niet uit waar op de wereld je je bevindt. Overal kun je het mooie en intrigerende in je medemens proberen te vinden en je eigen grenzen opzoeken. Maar mijn veldonderzoek blijft zich voorlopig in Rome afspelen. Er hangt hier iets in de lucht. Iets wat mij gek maakt. Iets wat mij de kou en de duisternis bij het opstaan in Nederland doet vergeten. Ik krijg er een verliefd gevoel van in mijn buik. Roma. Amor.

Tessa,
Proficiat dat gij in het prachtige Rome gebleven bent.
Een paar jaar geleden zou ik ook naar Italië vetrokken zijn, maar ik ben wel getrouwd en heb kinderen en kleinkinderen.
Vandaag ben ik 65 jaar geworden en vijf jaar op pensioen, aan het genieten.
Dit is ook een soort balans.
In Mei ga ik en mijn vrouw lazio bezoeken.
Wij zullen ons nog eens zien en de allerbeste warme groeten uit het koude België,
Yves
Lieve Tes,
Zo mooi om nog steeds te lezen hoe jij op je plek bent daar!! De eerste jaren nog elk jaar de afweging of je nog een jaar bleef en nu woon je er gewoon al 6,5 jaar!! Ik vind jouw avontuur in ieder geval heel inspirerend!
Dikke X