
De droombaan?
Op een paar honderd meter afstand van Piazza Navona, bevindt zich een schattig pleintje. Een van de gebouwen die het omringen, mag Alexander VII tot zijn opdrachtgever noemen, de paus aan wie we het Sint-Pietersplein te danken hebben. Het gebouw wordt gesierd door een grote klok, waarnaar het plein vernoemd is.
Er is altijd wel iemand te bekennen, maar veruit de meeste animo komt achter de grote poort vandaan, waar conciërge Pino keurig de wacht houdt. Advocaten in pak die een stapel papieren onder de arm naar binnen dragen. Polen, Britten, Chinezen en Australiërs die aan de talenschool op de eerste verdieping Italiaans leren. En dan zijn daar de Amerikanen.
De linkerhelft van dit bedrijvige gebouw huisvest namelijk het studiecentrum van de Universiteit van Californië. Studenten die aan een willekeurige universiteit in de ‘Golden State’ studeren, kunnen via het Education Abroad Program (EAP) in hartje Rome studiepunten behalen en die na afloop ‘mee naar huis nemen’. Ze volgen vakken als ‘Renaissance Art in Rome’ en ‘Gender Wars in Early Modern Italy’.
Welnu, ik ben apetrots dat ik dit kan zeggen, maar het is waar: ik ben hier deze herfst werkzaam als docente Latijn. In al die jaren van zowel koortsachtig als systematisch zoeken naar een baan in mijn vakgebied, ben ik uiteindelijk toch gewoon bij toeval iemand tegen het lijf gelopen die goede connecties had. Zodoende sta ik tweemaal per week Latijn te geven in een geweldig inspirerende omgeving: een stel talige en vriendelijke Romeinen aan de receptie, geleerde en intellectuele Italianen in de docentenkamer en, lest best, een heterogene club Amerikanen die door de smalle gangen van het zeventiende-eeuwse gebouw zwermen.
Ik geef een tutorial die ik volledig zelf in elkaar heb moeten zetten. Auteurs uitzoeken, stukken tekst selecteren, examens in elkaar draaien, allemaal volkomen nieuwe dingen die ik als middelbare-schooldocente (lááng geleden) nooit hoefde te doen. Maar wat is het een verademing, om je niet aan het vaste stramien van de schoolboekmethodes in Nederland te houden en gewoon lekker Latijn te mogen lezen. Dat ik dit allemaal in een vreemde taal moet doen, maakt het al helemaal spannend en denk nou niet dat ik superwoman ben, want ik heb het echt in mijn broek gedaan voor de eerste les.
Maar al doende leert men en nu is het gewoon lekker genieten. We lezen over banketten waarbij zingende slaven voor het eten de voetschimmel van de gasten verwijderen en de gastheer zijn handen afveegt aan het lange haar van zijn roodharige slaaf. Ik beloon de student met de origineelste vertaling voor oude scheldwoorden en probeer stug prachtige woorden weer terug te brengen in het dagelijks leven (de dispensator zette het eten op het repositorium).
En oja, saillant detail: ik heb jaren geleden zelf Italiaans geleerd in het gebouw in kwestie aan dit schattige pleintje en typte weer later brieven uit voor de advocaten van één verdieping hoger. Toeval of voorbestemd? Mehercules, ik weet het niet! Maar bijzonder is het wel. Sic est.
wat heerlijk om latijn te geven in rome! en al dat materiaal zelf uitzoeken houdt je ook lekker bezig. ik ben jaloers en reis nu slechts virtueel verder door de stad: een milde troost.
Zeker waar! Hopelijk kun ook jij binnenkort weer eens echt door de stad komen wandelen. Hartelijke groet
Hoi Tessa, wat een prachtig verhaal weer. Zo leuk dat je deze baan hebt. Je hebt het verdient, zoveel gedaan, altijd alles aangepakt. Veel liefs, Kim
Dank je! 🙂
Gefeliciteerd Tes! Je hebt het zeker verdiend!! Blij voor je! Xx
Dank je wel!!