Wij hebben thuis tovertafels. Tovertafels zijn tafels die, nadat ik alle gummetjes, knipsels, schriften, tekeningen, elastiekjes, stiften, etensresten en boekjes heb opgeruimd, binnen een mum van tijd weer bezaaid zijn met gummetjes, knipsels, schriften, tekeningen, elastiekjes, stiften, etensresten en boekjes.
Als de kinderen naar school zijn, heb ik mijn handen vol aan het geven van een plekje aan ieder van die voorwerpen, waarvoor ik vaak van de ene naar de andere kamer moet en weer terug. Hetzelfde geldt voor voorwerpen elders in het huis: voor een verloren puzzelstukje moet ik kastje zus openmaken en de dop van die ene stift moet in kastje zo. De zeeppompjes moeten aangevuld worden, de bedden gelucht of verschoond, de kapotte beker gelijmd, het bonnetje apart gehouden om iets te kunnen ruilen.
Ik heb er voor mezelf een spelletje van gemaakt om het balkon wasvrij te krijgen, wat betekent dat ik na het ophangen van de was zo snel mogelijk de droge was weer in de kast wil hebben, om te kunnen genieten van een opgeruimd balkon en de voldoening van het ‘klaar zijn met de was’. Dit gelukzalige moment duurt maximaal één dagdeel. Want het is precies zoals mijn oma mij eens zei: ‘Het huishouden stopt nooit’. Dus eigenlijk is het van de gekke dat je er nog naast zou werken. Betaald werken, bedoel ik daarmee. Ik heb dan ook enorme bewondering voor al die moeders en vaders die dat doen.
Een voltijdbaan… en verder?
Voor het gezin zorgen ís mijn voltijdbaan. Ik heb ook een baan met salaris: ik werk iedere zaterdagochtend als kleuterjuf voor de Nederlandse school van Rome. Een kleine baan, maar ik ben er veel meer dan alleen die ochtend mee bezig. Met deze twee activiteiten is mijn week gevuld.
Het afruimen van de ontbijttafel en het herstellen van de kruimel- en vlekkenschade die in de ochtendrush is veroorzaakt is een hele onderneming. Waarna je dan ook de rugtassen voor de naschoolse activiteiten moet klaarzetten met hapjes, steps en ballen voor wie op het schoolplein moet wachten, kunt gaan dekken voor het avondeten, en bij voorkeur weer schoon servies en bestek voor de ochtend erna klaarzet. Gelukkig helpt mijn vriend veel mee – en dan nog lukt het ons pas als er geen tandartsafspraken zijn, de auto niet naar de garage moet, er geen klasgenoten jarig zijn en er geen rekeningen betaald moeten worden.
En weet je wat zo grappig is? Ik vind het leuk. Nee, het is kicken als ik alles weer voor elkaar heb. Dat niet alleen. Ik verheug me erop dat er straks weer voetjes de woonkamer binnen zullen rennen en dat er kastjes open getrokken zullen worden. Dat ik over een treinspoor zal struikelen en dat er iemand aan een opgeruimde tafel gaat zitten knutselen. Maar voor die tijd geniet ik intens van dat halfuurtje waarin ik met de benen omhoog een serie kan kijken of een boek kan lezen met een kop thee erbij, sterker nog: ik heb dat halfuurtje nodig. Want meer dan eens loop ik op mijn tandvlees in mijn poging alle ballen in de lucht te houden.

Maar. Ja, nu komt die ‘maar’. Ik heb blijkbaar al jaren de behoefte om te schrijven. Een onverklaarbare behoefte om gevoelens en ideeën op digitaal papier te zetten en die te delen met anderen. Ik kan het niet tegengaan. Ik heb gewoon schrijfzin. Ik weet nu al dat ik er een voldaan gevoel aan over houd als ik straks dit stukje de lucht in heb gestuurd. Een stukje met een boodschap en met reflectiemateriaal. Althans, ik hoop dat jij, beste lezer, er iets uit haalt. Is het gek dat ik de neiging heb mijn dag pas echt tevreden af te kunnen sluiten als ik na het wegwerken van tovertafels ook aan mijn ‘online zichtbaarheid’ heb gewerkt? Ik vind van wel. Want in feite is schrijven voor mij een uit de hand gelopen hobby en hobby’s hoef je niet aan de grote klok te hangen. En hobby’s hoeven je ook niet van je slaap te beroven of je teleur te stellen.
De vloek van de social media
Zo’n honderd mensen staan ingeschreven op mijn website. Lezen zo weinig mensen jouw blog, Tessa? Ja. Maar ík vind dat niet weinig. Het gaat namelijk om honderd lieve en geïnteresseerde mensen die mij steunen en die ik stuk voor stuk graag op de koffie zou willen uitnodigen. Als je bedenkt dat ik al jaren serieus aan mijn carrière als schrijfster aan het werken ben, dan is dat aantal inderdaad niet hoog. Dus als ik naar de cijfers kijk ben ik aan het falen. En je kúnt tegenwoordig niet anders dan naar de statistieken kijken, want op veel social media is voor het publiek zichtbaar hoeveel mensen jouw post leuk vinden.
Ik ben sinds kort van Instagram af, omdat ik uren per dag zat te werken aan mooie filmpjes en posts in ruil voor ontzettend weinig likes. Ik werd onwel van het steeds erbij pakken van mijn telefoon om te kijken hoe goed een post presteerde. Niet dat ‘likes’ echt wat zeggen, maar vaak lijkt dat wel zo. Vergeleken met andere mensen deed ik het op Instagram echt slecht. Op LinkedIn is het ook al een drama: daar plaats ik formeler stukken, maar ik mag blij zijn als ik meer dan tien duimpjes omhoog krijg. Mijn YouTubekanaal bevat vijftig filmpjes die ik met bloed, zweet en tranen heb gemaakt, maar niemand heeft ze gezien. Op Facebook scoor ik abominabel.
Nu ik een tijd niet op Instagram actief ben, straft het medium mij door, als ik weer iets plaats, dat bericht aan weinig mensen te laten zien. Met andere woorden: zolang je je tijd en creativiteit geeft, werkt het. Maar stop je met het gebruik van zo’n medium, dan blijkt alles voor niks, op een enkel leuk contact na. De weinige vrije tijd die ik heb na het afronden van huishoudelijke en betaalde professionele taken, wordt nog steeds te vaak opgeslokt door zwiepen op mijn telefoon, van de ene naar de andere app, en door het plaatsen van opmerkingen bij andermans berichten in de hoop dat ik zo mijn eigen profiel in de kijker speel. En dat moet stoppen.
Het roer om
Ik ben opgelucht dat ik mijn grootste vijand nu verslagen lijk te hebben door mijn afwezigheid van die app. Maar er is meer aan de hand dan mijn social-mediaverslaving: ik zit gevangen in het idee dat ik pas een geslaagd persoon ben als ik wat gedaan heb dat de wereld kan zien. En daar wil ik van af. Ik wil dat schrijven weer een hobby wordt. Dat ik met eigenwaarde kan zeggen: ik heb vandaag het huis aan kant gemaakt. En dat, mocht ik dan toch weer eens tijd hebben gevonden voor een stukje, ik tevreden ben met jouw reactie.
Tot slot enkele cijfers van de afgelopen maand:
1 persoon heeft zich ingeschreven op mijn website.
1 volger schreef me dat ze het stukje over Robert Redford zo leuk vond.
1 collega vertelde dat ze door mijn roman Het lied van Marina weer is gaan lezen.
Dank jullie wel, Amber, Linda, Leonie en alle trouwe volgers die mij bemoedigen. Dankzij jullie blijft schrijven een prachtige hobby.
Mijn tijd zit erop voor vandaag. De fee is weer langsgeweest en ik heb een heleboel tafels op te ruimen voordat die leuke club weer thuiskomt en met hun vrolijke koppies op de bank ploft.

lieve Tessa, altijd leuk en boeiend om jouw blog te lezen. Houd vol!!
Kim
Dank je, Kim! Wanneer kom je eens op de koffie? 🙂